Verpleging

Mevrouw F. is een oude en zieke dame. Ze is duidelijk te kort voor haar gewicht, heeft al meerdere zwaardere ziektes gehad, haar hart pompt nog maar half zo goed als het zou moeten, enzovoort. Door haar overgewicht heeft ze, in de loop van haar 78-jarige leven, problemen met haar heupen gekregen. De orthopeed heeft haar daarom aanbevolen een heupprothese te laten installeren. Een operatie die niet zonder risico is, maar eigenlijk wel een routinezaak. Een dergelijk operatie is

doorgaans niet medisch noodzakelijk en in die zin een luxe-operatie.

In dergelijk situaties is een zorgvuldige afweging van de risico’s van de operatie en de narcose tegenover de voordelen even noodzakelijk als lastig. Hoe weegt men het risico op een hartinfarct af tegen het leven met chronische pijn bij iedere poging op te staan en te lopen? Hoewel het risico op peri-operative problemen bij deze dame duidelijk hoger zijn dan bij de gemiddelde patiënt, is ze nu toch geopereerd.

Ik zie haar op de avond na de operatie, als ze ter observatie op de afdeling intensieve zorgen ligt en ik als kliniekhoofd nachtdienst heb. Het lijkt haar naar omstandigheden goed te gaan en ze wordt als een «bed and breakfast» patiënt aangekondigd. Dat is jargon voor een patiënt die na een operatie ter observatie op intensief wordt opgenomen omdat hij een hoog risico heeft op peri-operatieve problemen, maar waarvan de ervaring leert dat die hoogstwaarschijnlijk na een nacht weer terug op de normale afdeling kan. Ze vroeg dus niet veel aandacht van mij, omdat onze assistentarts en de verpleegkundigen wel weten wat ze moeten doen voor zo’n patiënt.

Ik was dan ook nogal verbaasd toen ik de tweede nacht weer kwam en mevrouw F. nog steeds op de intensieve zorgen was. Het gaat haar slechter dan de dag tevoren in die zin dat ze ondertussen medicatie krijgt om haar bloeddruk te ondersteunen. Er is niet echt een duidelijke oorzaak voor deze toestand. De collega’s van de dagdienst hebben deze medicatie gestart, de nacht-assistentarts vraagt mij niets, dus ik ga er niet dieper op in, zeker niet omdat ik mij nog om een bloedende patiënt moet bekommeren.

Maar ook de derde nacht is ze nog op intensief. Bij de overdracht wordt mij verteld dat haar hart nog meer ondersteuning nodig heeft. Deze keer heb ik de tijd mij in haar akte te verdiepen en te proberen te begrijpen wat er met haar aan de hand is. Achter mijn bureau ontwikkel ik mijn mogelijke theorieën en plan er een passende behandeling bij.

Dan ga ik naar de afdeling om met de assistent en de verpleegkundige te praten en de toestand van de patiënte aan het bed te beoordelen. Daar blijkt dat het veel beter met haar gaat dan het dossier doet vermoeden. De medicatie om haar hart te ondersteunen is nog maar in een minimale dosis nodig. Haar longfunctie lijkt ook beter te zijn, zie ik als ik een blik op de monitor werp.

Het geheim? Ze zit, op initiatief en met hulp van haar gemotiveerde verpleegkundige van de dag, in een zetel naast haar bed en kijkt t.v. We hebben haar waarschijnlijk zieker gemaakt dan ze is. Wat ze echt nodig heeft is een normaler leven, niet tientallen lijnen voor medicatie en monitoring. Niet ziek verklaard te worden. Een idee waar natuurlijk enkel een (goede) verpleegkundige op kan komen, niet een arts.

Jezus zei het al: “Sta op, neem uw bed op en ga.”

Leave a comment